Een lekkere snack, die in veel toko’s en eethuisjes te verkrijgen is, eigenlijk een zoet hapje, maar heel erg variabel waar je het bij en mee kunt eten. Het wordt geserveerd bij de nasi of bami, je kunt ze bestrooien met poedersuiker of je kunt ze eten met een lekker pittig pindasausje! Een van mijn persoonlijke favorieten namelijk!
Ik gebruik tarwebloem want deze bevat geen bakpoeder, bakpoeder zorgt ervoor dat het beslag veel olie absorbeert tijdens het frituren. Het ijskoude koolzuurhoudende water zorgt ervoor dat je beslag krokant bakt. Een heerlijke knisperend en krokante deegkorstje met een zachte zoete banaanvulling in het midden. En dan een lekker hartig pindasausje die zorgt voor een lekker contrast tussen de structuren en smaken. Try it out!
Wat heb je nodig voor 12 baka bana’s:
2 rijpe bakbananen
150 gram tarwelbloem
1 zakje vanille suiker
snufje kaneel
snufje zout
200 ml koolzuurhoudend water (ijskoud)
Zonnebloemolie om te frituren
- Mix de vanillesuiker, kaneel en tarwebloem door elkaar, roer dit even droog even door met een garde om er zeker van e zijn dat alle ingrediënten mengen en er geen klontjes inzitten.
- Doe het water erbij en mix tot een dik, klontvrij beslag.
- Leg dit even in de koelkast.
- Schil de bananen en snij ze in de lengte doormidden. Snij daarna elke banaan in 3 delen, zo hou je 6 gelijke stukken banaan over.
- Verhit nu de olie in een pan op middelhoog vuur. Niet te hoog anders dan wordt het deeg snel bruin en wordt de banaan niet gaar en niet te laag anders dan zuigen ze veel olie op.
- Dompel de stukjes banaan nu onder in het beslag en frituur ze daarna om en om tot ze mooi goudbruin en krokant zijn. Duurt ongeveer 7 minuten, ik doe het altijd een beetje op gevoel.
Serveertip:
Serveren kan als borrelhapje of snack, maar ook als bijgerecht bij de nasi of bami. Mocht je de banaan in de lengte doormidden snijden en dan frituren dan kun je ze met de pindasaus ook serveren als voorgerecht!
Geef een reactie